woensdag 21 oktober 2015

Detailzorg

Dag beste lezers

Zorg is heel belangrijk voor onze bewoners. Detailzorg daarentegen wordt vaak over het hoofd gezien.
Nochtans is deze zorg het zichtbaarst...

Lange (vuile) nagels, een mond met etensresten, verward haar, een vlek op de bloes, ...

Herken je deze zaken? Denk je soms: “we zullen morgen wel andere kledij aantrekken” en denk je dat het niet zo erg is de persoon met een vuil hemd te laten rondlopen? Dan ben je eerlijk gezegd niet zo goed bezig.

Naast de ochtend/avondzorg is detailzorg heel belangrijk. Deze zorg duurt een hele dag door.
Zorg ervoor dat je na elke maaltijd de bewoner iets aanbiedt om zijn/haar mond en handen af te vegen. Wat zeker al uit den boze is om het servet rond de nek van de bewoner te laten hangen. Heeft de bewoner gedaan met eten --> doe het servet uit!
De bril is net als een hoorapparaat een cruciale factor voor goede communicatie en voor de beleving van de persoon.
Zorg daarvoor dat alle apparaten en hulpmiddelen steeds schoon en bruikbaar zijn. Kuis een bril, reinig het oordapparaat, zorg dat het zit-materiaal (bv. een rolstoel, zetel met voorzettafel, ...) steeds ontdaan is van etensresten en bacteriën.

Bron: elle.be


Ook al zijn het wassen van de voeten en mondzorg een basiszorg, toch worden ze vaak over het hoofd gezien, want wat je niet ziet, daar is geen probleem mee.
Een uitgangspunt dat totaal verkeerd is. Voeten en mond/tanden zijn zelfs één van de belangrijkste aandachtspunten. Een mens loopt dag in dag uit op zijn voeten. Deze moeten dus goed verzorgd worden.
Een goede mondzorg bepaalt in grote mate of een persoon al dan niet sneller ziek wordt dan een persoon waarbij de mondstatus slecht is.

Let op elk detail gedurende de hele dag!

Nog een prettige week!

Groetjes,

De Welzijnswerker

woensdag 7 oktober 2015

Lekker lang uitslapen

Dag beste lezers!

De echte zomerdagen zijn nu voorbij denk ik. Binnen een kleine maand wordt de tijd een uur teruggedraaid, dagen worden korter en het is sneller donker.

Van de komende periode word je sowieso iets minder happy. En toch... De herfst en winter is ook een mooie periode met de gezellige feestdagen, mooie landschappen en frisse wandelingen.

Ook gaan er vele lichtjes aanspringen, want de dagen worden korter. Dit heeft ook invloed op de bewoners. Het is om 17u al pikdonker buiten en daardoor denken vele mensen dat het tijd is om te gaan slapen.

Dat slapen is voor vele bewoners nodig. Ik merk 's ochtends op mijn dienst dat sommige bewoners het moeilijk hebben met ontwaken. Sommige vragen dan ook om nog even te blijven liggen.
Uit ervaring leer je dan ook wie van de bewoners je eerst wekt en wie later. Dit is heel belangrijk om te weten en om af te spreken in je team.
Het is een belangrijk punt als je spreekt over de kwaliteit van leven, namelijk zelfbeschikking. De bewoners kiezen zelf om langer te slapen.

Bron: deliveringhappiness.com/


Sommige bewoners willen eens heel lang uitslapen. Deze weigeren 's morgens om te ontbijten en zelfs om zich te laten verzorgen. Ze willen enkel...slapen. Ik kan ze persoonlijk geen ongelijk geven. Ik slaap bijna wekelijks uit op zondag en waarom zou een bewoner van een woon- en zorgcentrum hier geen recht op hebben?
Wanneer ik later in een WZC zou wonen zouden de begeleiders er namelijk ook moeten mee rekening houden dat ik eens per week wil uitslapen.
Je kan denken: "Het is niet gezond om het ontbijt over te slaan en zich niet te laten verzorgen", maar hier is altijd een mouw aan te passen. Eens per week een maaltijd overslaan is volgens mij niet erg. Wat de verzorging betreft, kan de bewoner na de middag nog verzorgd worden en eventueel een relaxatiebad krijgen om er helemaal een lui dagje van te maken?!

Ik ben alvast voorstander dat bewoners het recht hebben om eens per week te weigeren om op te staan.
Wanneer mensen dagelijks het ontbijt overslaan of zich niet willen laten verzorgen wordt het natuurlijk problematisch, dit zowel voor de bewoners als (de planning van) de begeleiders. Alles is tijdsgebonden in een WZC. Wanneer dit niet zou zijn, zou dit niet haalbaar zijn met het aantal werkuren en 'het beperkte aantal' werknemers (want het is nog altijd crisis in de zorgsector).

Denk er dus aan dat er in jouw team ook een afspraak wordt gemaakt wie vóór het ontbijt verzorging krijgt en weet wie graag langer slaapt.

En... uitslapen is geen schande! Het moet kunnen!

Nog een prettige week!

Groetjes,

De Welzijnswerker

woensdag 30 september 2015

Tip 3: Zit het juist?


Dag beste lezers!

Deze week terug een nieuwe tip!

Dit keer heb ik het over 'verschoond worden'. Bij zorgbehoevende personen komt het voor dat de persoon incontinent is.
Bij het verschonen is het belangrijk dat je oplet dat alles 'juist zit'.

Voor het comfort van de bewoner let je er op dat de luier mooi in de liesplooi zit. Het incontinentiemateriaal mag ook niet te hoog of te laag zitten.
Vooraleer je de luier aandoet meet je best tot waar de luier ongeveer moet komen (iets boven de heup). Niets is zo ongemakkelijk als een te kleine broek/luier. Een te grote luier is ook niet praktisch (zeker niet voor de begeleider :-) )
Voor je de luier of inlegger bij de persoon aanbrengt plooi deze dan eerst doormidden. De luier zal zo sneller en makkelijker goed zitten.
Bij bewoners die geen mixie-training (op afgesproken tijdstippen naar toilet begeleiden) krijgen, maar niet beschikken over een goede fijne motoriek controleer je doorheen de dag best of de luier/inlegger nog goed zit.
Sommige bewoners draaien de inlegger helemaal om en dan schiet het het doel voorbij.



Bron: medicalfacts.nl

Bewoners die incontinentiemateriaal dragen kunnen ook kwaaltjes ondervinden zoals roodheid in de liezen. Dit is nog een reden om steeds te controleren dat alles correct is aangebracht, maar dat je als begeleider ook de huid dagelijks inspecteert. De ene persoon is de andere niet en iedereen reageert anders op een bepaalde stof.

Last but not least... Zorg dat het incontinentiemateriaal niet te los, maar ook zeker niet te strak zit. Plak de luier niet zodanig vast dat de bewoner zijn/haar bloed wordt afgespannen.

Zit alles juist? Dan zit jij juist!

Groetjes,

De Welzijnswerker

woensdag 23 september 2015

Ik vergeet, maar ik weet

Dag beste lezers!

Afgelopen maandag was het wereld Alzheimerdag. Een dag om even stil te staan bij de ziekte die steeds jongere mensen overkomt.
Ik ben blij dat de media hier op heeft ingespeeld. Met een paar vermeldingen zowel op tv als op de radio kunnen we van een succes spreken. Ook het boek van Kathleen Aerts komt net op tijd. 'Voor altijd mijn mama' zal ik binnenkort zeker eens lezen!
Koppen heeft ook een uitzending gewijd aan dementie. Door tijdsgebrek heb ik deze nog niet kunnen bekijken. Een eigen kijk op deze uitzending volgt zeker op mijn blog.

Even stil staan bij Alzheimer en dementie. Eén dag op het jaar er extra aandacht aan schenken. Het is net als Allerheiligen waarbij we één maal per jaar met z'n allen naar het kerkhof gaan om onze overleden dierbaren te herdenken en extra aandacht te schenken aan de herinneringen die we hebben.

Net zoals bij Allerheiligen ben ik bij de dag van Alzheimer kritisch over het feit dat die dag iedereen aandacht schenkt aan de ziekte. Wanneer je herinneringen wil ophalen en aandacht schenken aan de overledenen, waarom ga je dan niet een paar keer per jaar naar het kerkhof, of wekelijks, ...?
Oké ik stel mijn standpunt wel radicaal, maar je voelt al waar ik naartoe wil gaan.

Sta niet één dag per jaar stil bij dementie, maar alle dagen!

Bron: medicaldeco


Je hebt verschillende facetten bij dementie. Er bestaat al zoveel informatie en toch weten we nog niet alles.

Het punt waar ik vandaag wil bij stilstaan is: "Ik vergeet, maar ik weet".

Personen met dementie vergeten. Ze vergeten dat hun ouders gestorven zijn, ze vergeten waar ze zijn, waar ze zich bevinden, hoe je iets moet gebruiken, ... soms vergeten ze zelfs hun eigen naam.
Personen met dementie vergeten alles rondom hen, maar dit gedrag stellen ze niet altijd. Ik word ongelukkig als mensen, personen met dementie aanzien als kinderen of slechter nog, als 'niets'.

Spreek daarom nooit over iemand die dementie heeft in hun bijzijn. Natuurlijk wordt dit nooit gedaan, ook in het dagelijkse leven is dit ongepast.
Wat ik eigenlijk wil duidelijk maken is dat het totaal fout is om te denken dat personen met dementie niet beseffen dat je over hen spreekt. Mensen vergeten veel, soms heel veel, maar ze voelen nog sneller dan iemand anders aan wanneer over hen gesproken wordt . Dit is ook zo bij personen met een beperking. Ik zal nooit iets zeggen of bespreken over iemand, wanneer deze persoon naast mij staat (tenzij de persoon het zelf mag horen natuurlijk). Je vertoont totaal asociaal gedrag wanneer je zo handelt. Personen met dementie weten nog veel, meer dan jij denkt en al veel meer dan ze zelf nog kunnen verwoorden.

Ik ben er rotsvast van overtuigd dat personen voelen wanneer je over hen aan het praten bent. Ga daarom voor besprekingen onder personeel naar een apart lokaal waar noch  bewoners noch familie  aanwezig zijn. Dit noemt men ook het beroepsgeheim. Het beroepsgeheim is trouwens een belangrijk iets. Let daarom waar en tegen wie je iets zegt, maar ook op welke manier je spreekt. Spreek met het nodige respect over iemand en hou het onder collega's en brief het aan de naaste familie.

Vergeet daarom niet dat ook jij weet!

Een prettige week!

Groetjes,

De Welzijnswerker

donderdag 10 september 2015

Dankbaarheid


Dag beste lezers!

Vandaag probeer ik een gevoel uit te drukken. Het gevoel van dankbaarheid van de mensen voor wie je dit werk doet.

Het valt niet zo vaak voor, maar soms bedanken personen met dementie of personen met een beperking jou, omdat je hen helpt.
Ik heb niet zo een goed gevoel bij deze eerste zin, want natuurlijk zijn mensen altijd dankbaar voor wat je doet, maar niet iedereen laat dit specifiek blijken.
Je ontvangt liefde en vriendschap van je bewoners en een dankjewel is nooit veraf. Toch doen we ook ons best bij personen die moeilijk gedrag stellen. Hierbij heb je soms het gevoel dat de mensen niet dankbaar zijn voor wat je doet, hoe je hen helpt. Deze gedachten moet je bannen! Personen stellen geen moeilijk gedrag omdat niet appreciëren dat je hen helpt, maar door allerhande factoren van buitenaf of door hun dementie/beperking.

De herinneringen die ik heb aan dankbaarheid van mijn bewoners, zijn samen met bewoners in de verzonken fase en bewoners met een zware meervoudige beperking.
Een dankjewel krijg je nog vaak te horen bij personen met een lichte dementeringsproblematiek of lichte beperking, maar bij personen met een zware problematiek is dit moeilijker.

Toch wil ik even een situatie schetsen van de dankbaarheid van deze personen tijdens de zorg en dagdagelijkse bezigheden.



Een bewoner in de verzonken fase stelt dagelijks moeilijk gedrag om zich te laten wassen. De persoon in kwestie houdt hier totaal niet van. Het is aan ons, de begeleiders, om creatief om te gaan
elke dag opnieuw. Een vertrouwd gezicht is hier onmisbaar! Ik nodigde de bewoner uit om naar de badkamer te gaan en zich te wassen. Al snel kreeg ik een negatieve reactie. Ik loste dit op door even met hem door de gangen te wandelen en over totaal iets anders te praten. Wanneer we na een tijdje aan zijn kamerdeur stonden, nodigde ik hem nogmaals uit en de bewoner wandelde binnen, rechtstreeks naar de badkamer.
Hij lachte naar mij. Stap voor stap legde ik hem uit wat we allemaal gingen doen. Ik maakte grapjes tijdens de zorg en hield steeds oogcontact. Ik volgde het tempo van de bewoner. Niet altijd even makkelijk in een woon -en zorgcentrum, want 24 uur is soms nog te weinig om de juiste zorg te geven die je zelf wil. De bewoner keek naar mijn mimiek, volgde mijn handelingen en stelde geen problematisch gedrag. Dit was al een overwinning op zich! Ik had de bewoner bijna aangekleed en hij gaf een klopje op mijn rug. Hij keek met doordringend aan, lachte een beetje, wreef op mijn arm en nam mijn hand vast. Hij kneep erin en wreef vervolgens nog eens over mijn rug.
Dit is het moment van dankbaarheid waarover ik sprak. Een moment om te koesteren voor je hele leven! De bewoner met probleemgedrag was gelukkig met de zorgen en uitte dit specifiek met deze gebaren.
Je voelde gewoon dat dit goed zat. Daarna was onze relatie nooit meer dezelfde. Wanneer ik de bewoner 's ochtends groet, lacht hij steeds naar mij. Het is een herkenning, maar voor mij ook een erkenning!

Dezelfde situatie maakte ik mee een aantal jaar geleden bij twee personen met een zware meervoudige beperking. Door hun verstandelijke beperking snappen deze mensen soms niet goed wat er van hen wordt verwacht. Ik zou geen mens zijn als mijn grens ook eens wordt overschreden.
Dit is niet altijd de tofste situatie, al blijf ik steeds rustig. In deze situaties was ik eerder teleurgesteld en verdrietig dan boos. Al hebben de mensen een zware verstandelijke beperking, gevoelens en empathie heeft iedereen.
Tijdens de zorg stelde deze personen moeilijk hanteerbaar gedrag en ik liet mijn gevoel spreken door sip te kijken. Het was als een klik in het hoofd van de bewoners. Ze hielden op met jammeren en waren niet  meer agressief. Ze keken mij aan en staken hun hand uit. Beiden vroegen een knuffel. Zo zit je daar dan, in de kamer te knuffelen met een bewoner. Beiden onder de indruk van wat zich heeft afgespeeld, maar met een gevoel om U tegen te zeggen.

Die dankbaarheid komt recht uit het hart! Die dankbaarheid geeft je als begeleider het gevoel dat je iets moois doet als (levens)werk!

Hopelijk ervaren jullie deze momenten net als ik die beleef! Het raakt je en je koestert ze!

Nog een fijne week!

Groetjes,
De Welzijnswerker

woensdag 2 september 2015

Stilte in het gesprek

Dag beste lezers!

Ik heb de laatste dagen bijzondere gesprekken gevoerd met een bewoner.

De bewoner in kwestie is levensmoe. Hij heeft al verschillende negatieve ervaringen gehad in zijn leven waaronder het verlies van zijn dochter een tiental jaar geleden. Toch heeft meneer dit nooit verwerkt. Naast dit kende de bewoner nog andere miserabele ervaringen in zijn leven.

"Ik wou dat ik morgen niet meer wakker werd". Het is een zin die mij raakte tot in het diepste van mijn ziel.
Als begeleider maak je dit regelmatig mee, maar toch is het altijd schrikken. Het gesprek ging verder met een samenvatting van zijn leven. Bij het einde van een verhaal over zijn leven wachtte de bewoner even. Ik liet de stilte toe.
Wanneer ik vroeg of hij eraan dacht om uit het leven te stappen, wachtte hij terug even. Ik zag dat hij aan het nadenken was. Het is een mens die niet zomaar iets zegt. Hij denkt heel goed na, verwoord zijn antwoord in zijn hoofd en pas dan hebben we verbaal contact.
Zijn geliefde is geen voorstander van euthanasie dus legt hij zijn leven volledig in handen van God.



"Liever vandaag dan morgen". Het waren bijzonder moeilijke maar terwijl ook losse gesprekken. Er was/is wederzijds vertrouwen dat wat er gezegd wordt geheim blijft. Toch heb ik ook duidelijk gemaakt dat wanneer hij zelfmoord zou willen plegen, ik hulp zal moeten gaan inroepen. Hij stelde me gerust, maar wanneer hij toch iets zou ondernemen, zal hij me dit zeggen. Onze gesprekken blijven geheim maar toch wou ik deze casus even aanhalen. De identiteit van de bewoner blijft natuurlijk geheim maar ik vond dit verhaal zo belangrijk om te vertellen, omdat non verbale communicatie hier heel sterk aanwezig was.
De stiltes tussen de verhalen. De stiltes bij mijn vragen. De stiltes die nodig waren om allebei even op adem te komen. Maar ook de wederzijdse aanrakingen. Hand op hand, een schouderklopje en een stevige handdruk als afscheid. Bij deze gesprekken kwamen gevoelens en non verbale communicatie boven de verbale communicatie. Zonder woorden verstonden wij elkaar en hielp hij mij en ik hem.

Bij moeilijke gesprekken is non verbale communicatie en nabijheid dan ook belangrijker dan de woorden zelf. Probeer bij moeilijke gesprekken de bewoner te laten praten. JIJ moet niet eindeloos blijven praten, omdat de bewoner niet heel veel zegt. Wees er voor de bewoner, zoek contact, maar kom ook niet te dicht in zijn/ haar comfortzone. Zeker bij het eerste gesprek is dit belangrijk. Het dient als basis de voor de volgende gesprekken en de relatie tussen jou en de bewoner.
Kijk de bewoner ook steeds aan. Knik van ja, zodat de bewoner beseft dat je luistert. Het is voor de bewoner vooral het gevoel dat er iemand tijd maakt voor hem/haar dat telt. De bewoner mag nog denken dat niets meezit, wanneer jij als begeleider tijd vrijmaakt en laat zien dat je geeft om de bewoner, zal dit ook doordringen bij hem/haar.
Ik sluit mijn gesprek steeds af door de bewoner te bedanken voor het vertrouwen en hij/zij steeds op mij beroep mag doen voor gesprekken over allerhande onderwerpen. Het hoeft niet steeds een moeilijk gesprek te zijn. Een ontspannend gesprek kan in deze gevallen ook wonderen doen.

Nog een fijne werkweek!

Groetjes,

De Welzijnswerker

woensdag 26 augustus 2015

Onvoorwaardelijke acceptatie

Dag beste vrienden!

Na de lezersbrief van vorige week heb ik terug een eigen verhaal. Ik wil toch nog even vermelden
dat jullie steeds een eigen verhaal of bevinding mogen opsturen naar info@dewelzijnswerker.be

Zijn jullie ook al eens op stang gejaagd door de bewoners of door uw eigen familie in het woon- en zorgcentrum?
Verlies je al eens je geduld? Heb je er soms even genoeg van?

Personen met dementie kunnen soms veel irritatie opwekken. Dit klinkt misschien grof, maar het is werkelijk zo. Personen met dementie vergeten veel en kunnen eindeloos dezelfde vraag stellen.
Wanneer word ik verzorgd? Wanneer gaan we eten? Waar is mijn kamer? Enzovoort... Als je deze vraag/vragen al 50 keer hebt gehoord op 1 uur tijd kan je al eens verhit raken. Dit is volkomen normaal, maar dan is het de kunst om hier correct op te reageren.



Word als begeleider zeker niet kwaad. Ga zeker en vast niet roepen tegen de persoon in kwestie en denk ook niet dat de bewoner dit doet om jou te pesten. Neen! Beheers je emoties op deze momenten en geef, wanneer de bewoner voor de 51e keer dezelfde vraag stelt, terug hetzelfde antwoord. De bewoner kan hier niets aan doen. Zijn/haar dementie zorgt ervoor dat het kortetermijngeheugen aangetast is. De bewoner vergeet inderdaad dat je al 50 keer hebt geantwoord.
Het kan natuurlijk ook gebeuren dat je als begeleider totaal geen zin meer hebt om terug hetzelfde antwoord te geven. Ga daarom de bewoner niet negeren. De kwaliteit van leven, specifiek het zelfvertrouwen van de bewoner, zal hieronder lijden.

Tips om toch even te ontsnappen aan de vragen van de bewoner zijn:

  • Trek je even terug in de keuken, toilet, ... kortom een plek waar er geen bewoners zijn.
  •  Leid de bewoner af door SAMEN een activiteit te doen


en misschien nog de belangrijkste tip:

  • Onvoorwaardelijke acceptatie

Onvoorwaardelijke acceptatie ligt dicht tegen empathie. Toon empathie, met andere woorden heb 'de wil om de persoon te begrijpen'. Het inlevingsvermogen om de persoon te begrijpen en te weten dat de persoon aan deze situatie niets kan doen is heel belangrijk!(de onvoorwaardelijke acceptatie gericht op de gedachten, gevoelens en belevingen van de bewoner)
De onvoorwaardelijke acceptatie is, in andere gevallen, meestal gericht om de cliënt te laten ervaren dat hij zijn eigen gedachten, gevoelens en belevingen ook mag accepteren. Bij personen met dementie in een WZC helpt onvoorwaardelijke acceptatie meer om een therapeutische relatie op te bouwen en inzicht te krijgen in de beleving van de bewoner. Ten alle tijde moet men de bewoner aanvaarden hoe hij/zij is. Door met een andere bril naar de bewoner zijn vragen te kijken/ te aanhoren zal men als begeleider eerder zoeken naar een oplossing om de bewoner de vraag niet steeds te laten herhalen en verandering te brengen in de situatie, hoe deze nu is voor de bewoner zelf.

Roep- en storend gedrag hoort ook bij de onvoorwaardelijke acceptatie en empathie. Zoek naar de reden van dit gedrag, want elk gedrag heeft zijn betekenis.
Soms heeft een bewoner al genoeg aan een goede babbel of een simpele knuffel om terug verder op pad te gaan.
Wordt het je toch te veel ga dan naar een andere ruimte om even op adem te komen.

De bewoner gaat boven alles! Kijk met een andere bril naar gedrag of zoek een uitweg voor jezelf, maar vang alleszins de bewoner op en negeer hem/haar niet!

Nog een fijne week!

Groetjes,

De Welzijnswerker

donderdag 20 augustus 2015

Verhalen van lezers: Gelukkiger worden in 10 stappen

Dag beste lezer!

Ik ben terug van weggeweest! Na een deugddoende vakantie ben ik er terug en vandaag met een verhaal van een lezer!

‘De kracht van het nu’, ‘Hoe word ik een tevreden mens?’,
ik glij met mijn vingers over de titels van de boeken. Een bezoek aan de boekenwinkel kan een mens deugd doen. De beloftes op de boeken lonken: een paar boeken later ben ik vast een pak wijzer, tevredener, gelukkiger en –hopelijk- een beter mens geworden. Ja, een bezoek aan de boekenwinkel kan deugd doen. Maar een bezoek aan een woon-zorgcentrum nog veel meer.

Als pastorale werkster heb ik het geluk dagelijks contact te mogen leggen met zowel bewoners met dementie als met bewoners met lichamelijke problemen. En al zijn ze stuk voor stuk misschien hulpbehoevender dan ik ben, toch zijn zij mijn leermeesters en ik hun leerling. Met ontzag mag ik hun verhalen beluisteren die me een inkijk geven in wie ze zijn en hoe ze het leven ervaren. Zij staan aan het einde van hun leven, ik zit ergens – hoop ik – halverwege. Ze hebben een levensfilosofie ontwikkeld doorheen de vele jaren en de vele paden die ze bewandeld hebben. En die geven ze aan mij door. Ik krijg te horen hoe ze met de hindernissen op hun weg omgegaan zijn, hoe ze tot bepaalde standpunten gekomen zijn – of hoe ze standpunten ondersteboven gegooid hebben, waar ze de kracht haalden om door te gaan wanneer het leven hen een kaakslag gaf,... En tussen al die verhalen door geven ze pareltjes van wijsheid mee.



Zo vertelde een bewoner me dat hij zijn kleinkinderen –goeie studenten en klaar om carrière te maken - steeds de raad gegeven had een job te kiezen waarbij ze op tijd de deur konden sluiten en naar huis konden gaan, ‘want het is dààr dat je geluk ligt’, zei hij.

Een andere bewoner vertelde me: ‘ouder worden is: je aanpassen. Je hele leven hoor je dat je voort moet doen, vlug, haastig, sneller werken. En opeens zegt iemand het omgekeerde: dat je niet meer mag werken, dat je rustiger aan moet doen. En dan moet je je aanpassen. Dat is de kunst. Ik schaam me niet voor mijn rollator, hij is een deel geworden van wie ik ben, hij hoort bij mij. Je past je aan.’

Bij de bewoners met dementie zijn de verhalen die ze vertellen, flarden geworden. Soms zitten we in een hoofdstuk met veel verdriet en zorgen, een andere keer lezen we samen het hoofdstuk waarin ze gelukkig waren, bedrijvig, waarin ze arm in arm al zingend naar de mis gingen en nadien bij elkaar thuis een tas koffie gingen drinken. We springen van hier naar daar in hun levensboek, zij wijzen de weg en ik volg. En doorheen die soms moeizame tocht, waarbij ik niet altijd begrijp wat er gaande is in het hoofd van de ander, krijg ik toch opnieuw pareltjes in mijn schoot geworden. One-liners vaak, die me perplex doen staan en doen nadenken.
Zo voerde ik deze morgen een gesprek met een nieuwe bewoonster. Het was nog aftasten wat we van elkaar begrepen, haar antwoorden waren kort en soms moeizaam te verstaan, en ineens verraste ze me door te zeggen: ‘ik heb geen gedachten meer’, ze zuchtte. In die ene zin drukte ze haar kwetsbaarheid, haar verdriet en het inzicht in wat ze voelde, uit. Op dergelijke momenten voel ik een diepe, woordeloze verbondenheid tussen ons. Het is iets dat ik vaak voel in ons woon-zorgcentrum. Er is een warme verbondenheid met elkaar die niet in woorden te vatten is.

Door wat mensen zeggen, in een lang verhaal of in één zin, krijg ik de kans om dagelijks stil te staan bij mijn eigen leven. Laat die boeken maar in de boekenwinkel staan. Naar ouderen luisteren, maakt van mij een wijzer, een tevredener, een gelukkiger en bovenal een beter mens!
In de omgang met de bewoners voel ik hoe ik zachter word, geduldiger, ik leer mijn eigen pietluttigheden relativeren, en ik word elke dag herinnerd aan die ene grote levensles die we allemaal kennen maar te weinig beseffen: ‘All you need is love’.

donderdag 6 augustus 2015

Mosselfestijn

Dag beste lezers

Vandaag heb ik voor jullie een heel nieuw verhaal.
Ik gooi het deze week over een andere boeg, want ik geef een samenvatting van het mosselfestijn die ik samen met de bewoners heb beleefd.

Door het wisselvallige weer in België wou ik het risico niet nemen om een BBQ in het water te laten vallen dus we organiseerde een mosselfestijn.

Met een groep van 18 bewoners gingen we afgelopen woensdag naar de chalet. De chalet is een houten huisje die in de achtertuin van ons WZC staat.
De chalet staat in een afgesloten belevingstuin. Bewoners met dementie kunnen zo vrij in de natuur wandelen en een andere omgeving verkennen.

Dit is een leuk extraatje bij ons in het WZC, omdat het alleen maar voordelen biedt. Bewoners kunnen op een andere plek een activiteit beleven. Het is gratis, wat ook niet onbelangrijk is in een tijd van crisis en de bewoners met dementie kunnen op een veilige en ongestoorde manier de omgeving verkennen. Er komt zo een gevoel van vrijheid naar boven en een bewoner met bijvoorbeeld probleemgedrag op dienst kan op deze plek een volledig andere persoon worden.

We begonnen onze reis om 9 uur 's morgens. We wandelden in groep richting de chalet. Daar aangekomen konden de bewoners even uitrusten in de relax-zetels. Wanneer iedereen wat was uitgerust begonnen enkele bewoners de groentjes te snijden, terwijl anderen de mosselen aan het wassen waren. Enkele bewoners genoten dan weer van de vroege ochtendzon. Het was zalig vertoeven op deze rustige, doch gezellige plek.

Al snel kwamen verhalen van vroeger boven. Verhalen tijdens de 2e wereldoorlog tot verhalen van nog niet zo lang geleden. Mensen (en zeker Belgen :)) en eten het is altijd al een goede combinatie geweest.



Toen de mosselen op het vuur stonden hebben we op een leuke dag getoast met een aperitiefje. Eens we aan het eten waren zag je nog maar is wat een andere omgeving en een maaltijd die niet elke week op het menu staat doet met een mens. Bewoners die anders niet veel tot bijna niets eten of die begeleiding moeten krijgen bij de maaltijd aten nu zelfstandig hun bord leeg. Wanneer de vraag kwam of iemand nog een bord moest hebben, gingen al snel de handen omhoog. Echt leuk om waar te nemen!

In de namiddag konden we nog genieten van een lekkere dame blanche!

Smullen was alleszins wat we deden!

Deze dag kon zeker niet zo goed zijn verlopen als we de hulp niet hadden van de vrijwilligers. Een belangrijke schakel in de werking van een WZC zijn de vrijwilligers. Deze mensen komen in hun vrije tijd ons wat helpen en bezorgen de bewoners op hun manier een goede namiddag. Een onbekend, maar tegelijk ook bekend gezicht komt de bewoner vergezellen.
Een vrijwilliger is goud waard!

Ik kan samenvatten dat het een geslaagde dag was zowel voor ons als begeleiders, als voor de bewoners. Je moet niet ver reizen of het moet niet veel kosten om iets bij de bewoner los te maken!

Een leuke dag met leuke mensen of zoals mijn slagzin het zegt "Grote zorg - groot geluk"!

Volgende week ga ik er zelf een weekje tussenuit. Volgende week zal er dus geen post verschijnen op mijn blog, maar 19 augustus laat ik terug van mij horen!

Ik wens jullie nog een prettige week en voor diegene die verlof hebben, een deugddoende vakantie!

Groetjes,

De Welzijnswerker

woensdag 29 juli 2015

Rubriek: Een moeilijke vraag: Mag ik naar mijn ouders?

Goede avond iedereen!

Deze week keren we terug naar de rubriek: "Een moeilijke vraag".
We hebben dagelijks te maken met moeilijke vragen van bewoners.
De moeilijke vraag van vandaag is: "waar zijn mijn ouders"?

"Waar zijn mijn ouders? Mag ik naar mijn ouders? Ik WIL naar mijn ouders! Mijn ouders zijn op mij aan het wachten! Breng mij naar mijn moeder/vader. ..."

Dit zijn vragen die ik bijna elke dag hoor. Personen met dementie zoeken vertrouwen bij iemand anders. Dit kan een begeleider zijn, hun echtgenoot, kinderen, ..., maar vele bewoners keren daarvoor terug naar hun kindertijd. De personen die je als 'kind' zeker kan vertrouwen zijn: je ouders. Dit is ook zo bij personen met dementie. Ze vergeten wat in het heden gebeurt, maar het verleden leeft verder bij deze mensen.

Kort voor het middag - of avondmaal komen sommige bewoners mij zeggen dat ze naar huis moeten naar hun ouders. Ze moesten tegen het eten thuis zijn. Meestal antwoord ik dan dat ze hier (in het WZC) te eten krijgen...gratis ;-)
Niet enkel tijdens de maaltijden komt deze situatie voor. Deze vragen komen elke minuut van de dag.



De vraag: "Waar zijn mijn ouders", vind ikzelf één van de moeilijkste vragen. Wat moet je antwoorden op de vraag "waar zijn mijn ouders", wanneer een 80 jarige bewoner dit vraagt? Moet je eerlijk zijn en zeggen dat zijn/haar ouders overleden zijn of antwoord je gewoonweg "thuis"?
Het is afwegen en vooral de bewoner goed kennen volgens mij. Bij het intakegesprek is het belangrijk dat men peilt naar de emoties van de bewoner. Sommige bewoners hebben het moeilijk met rouwen. Wanneer je zegt dat de ouders van de desbetreffende bewoner al overleden zijn, bestaat de kans dat deze bewoner het rouwproces van weleer terug beleeft. Je moet altijd eerlijk zijn tegen je bewoners, maar hier is een leugen om bestwil op zijn plek voor het welzijn en het geluk
van de bewoner, vind ik.

De vraag: "Mag ik naar mijn ouders" brengt terug hetzelfde probleem mee. Je kan eerlijk zijn, maar ook zeggen dat de bewoner best nog even in het WZC blijft.

Dan kom je bij de vragen/bevelen: "Ik WIL naar mijn ouders" en “breng mij naar mijn ouders". In deze situatie is de bewoner in kwestie een beetje geïrriteerd. Dit vraagt om veel empathie en een dosis geluk om hierop het juiste antwoord te geven. Is afleiden de juiste oplossing? Een totaal ander onderwerp kan de bewoner op andere gedachten brengen. Maar al snel komt het feit terug dat zijn/haar ouders al zijn overleden.

Het blijft een moeilijke kwestie en het vereist een unieke aanpak per bewoner.

Ik sprak over het vertrouwen dat mensen vinden bij hun ouders. Dit is ook het geval bij personen met dementie. Bewoners die angstig zijn of alleen op de kamer verblijven, roepen heel veel op hun moeder. Het roepen op vader komt, naar mijn ervaring, minder voor.
Zo blijkt toch dat ouders een grote rol spelen in je leven. Ouders, maar ook je grootouders zijn belangrijk. Je ouders zijn belangrijk voor jou, maar je grootouders spelen ook een belangrijke rol in het leven van jouw dementerende moeder/vader. Wees er dus van bewust, heb lief en erken de positie van ouders in het leven van een mens.

Wat is jullie ervaring bij deze 'moeilijke' vraag? Laat gerust een reactie achter onderaan dit blogbericht!

Nog een fijne week gewenst!

Groetjes
De Welzijnswerker

woensdag 22 juli 2015

Het verhaal van familie

Dag beste lezers!

Vandaag was het een drukke dag op de werkvloer. Toch doen we verder en willen we onze bewoners de juiste zorg toedienen.

Morgen komt er een nieuwe bewoner bij ons. Het leven staat niet stil dat is wel duidelijk. Nog geen week na het overlijden van een bewoner doet morgen een nieuwe bewoner zijn intrede op de dienst.

Elk opnamegesprek is anders. Soms gaat dit heel snel en wordt enkel de nodige informatie vertelt over de bewoner. In vele gevallen neemt dit gesprek veel tijd in beslag. Door (onze) de vragen van de begeleider beginnen familieleden te vertellen over de bewoner. Wat zijn/haar gewoontes zijn of waren. Hoe zijn/haar karakter is. Wat de bewoner graag lust. Er zijn vele onderwerpen die in het gesprek aan bod komen.

Er zijn veel familieleden die ook hun eigen verhaal willen vertellen aan jou. Voor veel familieleden is een opname een stap dichter bij het afscheid van hun familielid. Althans zo voelen zij het. Familieleden en dan specifiek de kinderen of echtgenoot hebben hun leven lang gezorgd voor hun moeder of vader. De zorg die zij ooit als kinderen hebben gekregen willen zij nu geven aan hun ouders. Op een bepaald moment wordt de zorg te groot en twijfels steken de kop op. "Zorg ik wel goed voor hem/haar? Kan ik genoeg aandacht geven?"
Wanneer het antwoord op deze vraag eerder negatief is, zetten ze de stap richting een woon - zorgcentrum. Op het moment dat familieleden dit beslissen, zien ze deze beslissing als de juiste.
Tot op het moment van de werkelijke opname. Ze moeten hun familielid in handen geven van vreemden. Vreemden die het beste met hun familielid voorhebben, maar toch...



"Heb ik gefaald? Kon ik niet meer doen voor hem/haar?"

Deze vragen heb ik al dikwijls gehoord. Ik laat het familielid zijn verhaal doen en vervolgens probeer ik hem/haar gerust te stellen dat de bewoner in goede handen is bij ons.
"Je faalt zeker niet! Je hebt alles gegeven dat je kon. Het is geen zonde en het is al zeker niet erg dat je kiest voor een woon - zorgcentrum!"
In het leven moet je keuzes maken. Keuzes in het belang van je familielid, maar ook voor jezelf. Wat heeft een familielid eraan dat je doodmoe hem/ haar verzorgt en zelf geen leven meer kan leiden?
De bewoner wil in de meeste gevallen niet tot 'last' zijn. Last is een groot woord, maar er rust een grote verantwoordelijkheid op de rug van de zorgdrager bij het geven van mantelzorg aan een familielid.
Het is geen falen, het is ook geen last. Het is gewoon het leven.

Alfa en omega, het begin en het einde, maar elk einde heeft een nieuw begin!

Het is van zeer groot belang dat je tijdens een opnamegesprek de nodige tijd vrij maakt om het verhaal van de huidige zorgdrager te aanhoren.
Dit gesprek, meestal heel informeel, legt de basis voor de verdere samenwerking rond de zorg voor de bewoner. De familie is de partner in de zorg. Een partner die de bewoner nog steeds het beste kent.

Luister daarom goed naar de familie en erken hun gevoel van onmacht maar stel ze tegelijk gerust dat alles goed komt.


Nog een prettige week!

Groetjes,
De Welzijnswerker

maandag 13 juli 2015

Een schoen aan de voet

Dag beste lezers!

Een nieuwe week, nieuwe kansen.

Vandaag wil ik het hebben over iets dat heel vaak gebeurt in een voorziening, namelijk: Een schoen verliezen.
Een schoen verliezen, hoor ik jullie nu denken! Inderdaad bewoners in een woon- en zorgcentrum verliezen vaak hun schoenen.
Het zijn niet de actieve bewoners die dit het meest meemaken, maar eerder de passieve bewoners.
Passieve bewoners die een hele dag in een 'zetel' zitten verliezen nogal dikwijls hun schoen/pantoffel.
Herinner je je een moment waarbij je voorbij een bewoner kwam en je een schoen in het midden van de vloer zag liggen?
Ik maak het bijna dagelijks mee. Het is niet altijd dat de schoenen te groot zijn voor de bewoner, maar sommige bewoners zijn, op hun stoel, zo actief dat ze hun schoenen verliezen.

Zal je mijn schoen terug aantrekken, wanneer ik het niet meer weet?
Zal je oog hebben voor het feit dat ik met blote voeten in de leefruimte zit, wanneer ik mijn schoenen niet zelfstandig meer kan aantrekken?



Het zijn vragen van ouder wordende mensen... Het is iets heel eenvoudig maar ik heb als begeleider oog voor deze 'details'. Als je dit al een detail kan noemen. Stap niet zomaar voorbij een schoen in de gang, ook niet wanneer het zoals nu, warm is. Al gebeurt dit 20 keer per dag, buig door je knieën en doe de schoen van de bewoner terug aan. Hij/zij zal je er dankbaar voor zijn, ook al weten ze het niet meer, ze voelen het wel.

Deze instelling als begeleider gaat ook verder dan enkel de schoen terug aan te trekken. Zorg er steeds voor dat de bewoner in een comfortabele houding zit. Merk je dat een bewoner zijn/haar voeten niet volledig de grond raken, zorg dan voor een voetbankje!

Loop niet zomaar rond maar observeer, merk op en handel! Observeer of elke bewoner goed zit. Merk op dat de schoen los zit, zal uitvallen of gewoonweg in het midden van de vloer staat en tot slot handel en pas de schoen terug aan de voet. Elke dag opnieuw! Elke keer opnieuw!

Hou er ook rekening mee wanneer je de schoen(en) terug aanpast dat je de bewoner verwittigt dat je deze handeling gaat uitvoeren. Wrijf alvorens de schoen aan te passen eens over de voet en geef de boodschap door. Pas dan zal de bewoner volledig voorbereid zijn om zijn/ haar schoenen terug aan de voeten te krijgen.

Ik hoop dat jullie allen eens denken aan mij wanneer jullie een schoen zien liggen, die niet aan de voet van de bewoner zit :-)

Groetjes,
De Welzijnswerker

dinsdag 7 juli 2015

Gilles de la Tourette

Dag beste lezers!

Voor het eerst post ik een bericht bij het het onderdeel 'privé leven'.

Vorige maand, op 7 juni 2015, ging de 3e 'Europese Tourette Awareness Day' door.
De Tourette verenigingen van over de hele wereld brachten zo het syndroom ter sprake.
Er zijn nog vele misvattingen over Gilles de la Tourette.
Zo brengen mensen 'Tourette' meteen in verband met vloeken. Dit is de grootste misvatting rond het syndroom.
In het volgende filmpje brengt men het stereotype beeld van een Tourette-patiënt in beeld.



Wat is Gilles de la Tourette dan wel?

"Plotselinge, snelle, terugkerende, niet-ritmische bewegingen of geluiden. Tics zijn het kenmerk van de neuro-psychiatrische aandoening die het syndroom van Gilles de la Tourette noemt. Tics kunnen variëren in handeling en/of intensiteit en dit van dag op dag. Bovendien kunnen er ook tic-vrije periodes plaatsvinden."
"De tics moeten ontstaan zijn voor het eenentwintigste levensjaar en men heeft minstens 2 motorische tics en 1 vocale tic. Deze hoeven niet noodzakelijk tegelijkertijd aanwezig zijn. De tics moeten minstens 1 jaar aanhouden, en in totaal maximaal 3 maanden door tic-vrije periodes onderbroken. Ook mogen de tics niet het gevolg zijn van middelen-gebruik (bijvoorbeeld cocaïne) of een algemene medische conditie (zoals een beroerte, de ziekte van Huntington of encephalitis)."
(Bron: http://iktic.be/wat-is-gilles-de-la-tourette/ )

Naar schatting het syndroom van Gilles de la Tourette voorkomen bij 1 op de 100 mensen. Toch bestaat hier nog steeds een taboe rond.
Naast de tics heeft ruim 90% van de patiënten last van andere klachten (zie comorbiditeit).

De campagne vorig jaar was: “neem een Tselfie” (een foto waarbij je knipoogt)
Dit jaar bracht men Tourette in de media door het filmpje “So you think you can Tic”.



Voor meer informatie kunnen jullie steeds terecht op: www.tourette.be en  www.iktic.be


Tic gezellig mee en accepteer personen met Tourette!

Keep up the good work!

Groetjes,
De Welzijnswerker

woensdag 1 juli 2015

Schenk jij aandacht aan de stilste?

Dag beste lezers!

Lekker warm weertje! Wees op je hoede en laat je bewoners voldoende drinken, maar vergeet ook jezelf niet!
Er zijn bewoners die om drank vragen, maar er zijn ook vele bewoners die dit niet doen. Het zijn bewoners die er niet bij nadenken en bewoners die passief/stil zijn doorheen de dag.

Zo kom ik bij het volgende onderwerp, namelijk: schenk 'extra' aandacht aan de stilste bewoners.
In een voorziening zijn er vele bewoners, wat een verscheidenheid aan karakters met zich meebrengt. De ene bewoner is uitbundig en een spraakwaterval. De andere bewoner is stil en passief. De bewoners die uitbundig en actief deelnemen aan het dagelijkse leven vragen vaak het meeste aandacht van hun begeleiders. Ze stellen vragen. Ze kunnen duidelijk maken wat ze willen. Ze voeren gesprekken met jou. Ze helpen jou bij huishoudelijke taken. Zo geven ze bij dit weer ook aan wanneer ze dorst hebben. Je bouwt een band op met deze personen, zonder (meestal) 'enige' moeite. Daartegenover heb je de passieve, stille personen. Deze bewoners vragen niets, zeggen niets, helpen je niet bij taken en slaan uit zichzelf geen praatje met jou.



Schenk jij als begeleider aandacht aan die stilte? Of beter gezegd: schenk jij 'extra' aandacht aan de stilste?
Ik gebruik woord 'extra' niet zozeer om deze personen meer aandacht te geven dan de actieve bewoners, maar evenveel aandacht als deze laatste groep.
Je kan denken: ik vergeet de stille bewoners nooit eten of drinken te geven, maar ga je tijdens de dag ook even langs om contact te maken? Maak jij 5 minuten de tijd vrij om bij elke stille bewoner eens langs te gaan en te vragen hoe het gaat, of ze dorst hebben of gewoon eens lichamelijk contact te maken? 5 minuten is in deze context lang, want ik vraag of je dit bij elke stille bewoner doet? Dat maakt dat je niet 5 tot 10 minuten op een dag vrij maakt voor contact met pakweg 7 stille bewoners, maar de som van 7 bewoners maal 5 minuten, wat 35 minuten maakt op je werkdag. Een half uur vrij maken op je dag is soms veel, maar daarvan heeft die specifieke bewoner er 5 van gekregen. Het is natuurlijk niet altijd haalbaar vanwege de werkdruk om deze tijd vrij te maken, maar ook al heb
je op een dag maar 3 mensen bereikt, toch gaat de kwaliteit van leven van deze bewoners omhoog. Spreek dit onderling af met je collega's als een soort “aandacht-systeem” waarbij iedereen extra aandacht schenkt aan die specifieke bewoners die het ook verdienen.

Die extra aandacht is nodig om het evenwicht tussen aandacht die gaat naar actieve, mondige bewoners gelijk te stellen aan de aandacht die gaat naar passieve, stille bewoners. Elke bewoner verdient dezelfde zorg en dezelfde aandacht, dus ook dezelfde kwaliteit van leven.

De stilte van de bewoner moet als geroep klinken bij jou. Een kreet die vraagt om ook eens bij hem/haar langs te komen.

Doorbreek de stilte en schenk 'extra' (evenveel) aandacht aan alle bewoners. Of om het met een mooie slagzin van het 'Expertisecentrum Dementie' te zeggen:
"VERGEET DEMENTIE, ONTHOU MENS!"


Groetjes,
De Welzijnswerker

woensdag 24 juni 2015

Artikel: Rusthuis meest stresserende werkplek voor welzijnswerkers

Foto: Bart Dewaele
"Van alle werknemers in de gezondheids--- en welzijnssector klagen zij die in rusthuizen werken het meest. Ze hebben het meest te lijden onder stress en voelen zich zwaarst fysiek en emotioneel belast. ‘Zeer begrijpelijk. Er is soms te weinig gespecialiseerd personeel in de rusthuizen’, zegt Mathieu Martens van Okra-Zorgrecht"

Volledig artikel: Klik hier

Ik ervaar uiteraard stress op het werk, maar toch ga ik elke dag vol nieuwe energie richting werk. Wanneer ik moe ben haal ik telkens terug energie uit de liefde van mijn bewoners en uit de voldoening die ik krijg wanneer ik, die dag, iets moois heb kunnen verrichten in het leven van een persoon.
Het werken in een woon-zorgcentra brengt stress met zich mee door het gebrek aan personeel, maar het geeft ook energie om er elke dag terug te staan!

Geef jullie mening! Vinden jullie het Woon- en zorgcentra de meest stresserende werkplek?

Reacties ontvang ik graag onderaan het blogbericht!

Alvast bedankt om deze discussie aan te gaan!

Groetjes,
De Welzijnswerker

dinsdag 23 juni 2015

Activeer en erken !

Hallo iedereen!

Bij personen met dementie of personen met een beperking is het zelfbeeld heel belangrijk. Bij de kwaliteit van leven staat zelfbeeld onder de noemer van emotioneel welbevinden. Het emotioneel welbevinden omvat verschillende zaken zoals tevredenheid, geen stress, veiligheid en dus ook zelfbeeld.
Personen met een beperking (ik reken daar ook personen met dementie bij) hebben minder mogelijkheden om iets correct uit te voeren. Hetzij een beperkt verstandelijk vermogen of een beperkt fysiek vermogen.
Vele mensen met een beperking verliezen dan ook hun zelfvertrouwen omdat niet alles perfect lukt. Personen die vroeger over al hun vermogens beschikten en deze door hun ziekte stilaan afnemen hebben het erg moeilijk met hun situatie. Ze beseffen dat hun mogelijkheden afnemen en ervaren dit bewust. Door het afnemen van het zelfbeeld/zelfvertrouwen wordt er ook angst gecreëerd bij de persoon. Dit kan ervoor zorgen dat mensen op een snel tempo passief worden omdat ze denken dat ze totaal niets meer kunnen. Dit moet jij als begeleider voorkomen!




Zorg ervoor dat personen/bewoners actief blijven en geactiveerd worden, maar nog belangrijker erken wat ze goed doen! "Heel goed!, Goed gedaan! Zie je wel, je kan het!, wow, proficiat!, ..."
Passiviteit van personen voorkom je door alledaagse handelingen door de persoon zelf te laten uitvoeren. Laat personen zelf hun vlees, boterham, ... snijden en bied hulp aan waar nodig maar erken wat goed ging. Laat personen niet meteen plaatsnemen in een rolstoel maar neem je tijd om de transfer te voet te doen, mogelijk met hulp van een rollator, wandelstok, ... (kortom een hulpmiddel). Zo voorkom je dat mensen immobiel worden. Volledig afhangen van iemand anders om ergens naartoe te gaan doet zeker geen goed aan het zelfvertrouwen en zelfbeeld.
ADL (Algemene dagelijkse levensverrichtingen) wordt gebruikt om te bepalen in hoeverre iemand zelfredzaam is. ADL is heel belangrijk in het leven van zorgbehoevende personen. Eten, drinken, zinvolle activiteiten, bewegen, toiletbezoek, sociaal contact, ... het zijn allemaal zaken die bij het ADL-begrip horen. Motiveer de persoon om zelf iets te ondernemen. Zo zal de persoon actief blijven en ook een positiever zelfbeeld hebben van zichzelf.
Het zit zich in de kleine dingen. Ik, als begeleider, probeer steeds kleine zaken op te merken en dit ook te communiceren met de bewoner. Wanneer een bewoner zelf zijn kamerjas knoopt zeg ik: "heel goed!". Wanneer een bewoner mij helpt met de tafels af te ruimen/te kuisen zeg ik: "Dank u! Perfect!". Tijdens de gymnastiekoefeningen erken ik elke oefening van de bewoners. Na elke oefening geef ik aan dat het goed, perfect, fantastisch, ... was. Het zijn kleine woorden met veel betekenis voor de bewoners en hun zelfbeeld.

Activeer en erken! Wees de natuurlijke medicatie van jouw bewoners!

Wees dus als begeleider ook actief en keep up the good work! Je doet het goed! ;-)

Groetjes,
De Welzijnswerker

woensdag 17 juni 2015

1 dag zoals vroeger

Dag beste lezers!

Ik wil me even verontschuldigen voor het het feit dat ik een dagje later mijn nieuw verhaal post. Voortaan zal de streefdag voor een nieuw blogbericht 'woensdag' zijn.

Als begeleider in een woon -en zorgcentrum voer je veel gesprekken. Gesprekken kunnen over verschillende onderwerpen gaan. Er komen ook veel emoties bij te pas. In het verleden had ik een gesprek met de vrouw van een bewoner. De vrouw was erg emotioneel en ze had het moeilijk met
de situatie waarin haar man zich bevond. Het was een acute gebeurtenis die het leven van deze 2 vriendelijke mensen omgooide. Uit respect en door het beroepsgeheim vertel ik in dit verhaal niet wat deze gebeurtenis is.

De vrouw vertelde me dat ze haar man verloren had, ondanks dat hij nu nog in leven is. De vrouw weende en zocht steun bij mij. Ik luisterde vooral naar haar, terwijl ik haar gevoelens erkende. Wanneer je de situatie van een persoon nog niet eerder hebt meegemaakt kan je de gevoelens erkennen door te zeggen dat je meevoelt met de persoon. Je vertelt dat jijzelf zo'n situatie niet eerder hebt meegemaakt, maar dat je begrijpt dat het moeilijk moet zijn voor hem/haar. In dit geval zei ik dit ook tegen de vrouw.

Ze vertelde over hoe het vroeger was. De bewoner was een grote sterke man, die steeds bezig was met allerlei hobby's en werkjes. Nu is de man niet meer wie hij toen was. De man is nu een zorgafhankelijke persoon die geen zelfbepaling meer heeft. Uit het gesprek kon ik opmaken dat de vrouw het vooral moeilijk heeft met het feit dat ze geen echte gesprekken meer kan voeren en ze samen nergens meer naartoe kunnen rijden voor een dagje uit.



Dit deed me nadenken... De gesprekken die verbaal niet echt meer lukken, kan je oplossen door de non-verbale gesprekken gaf ik de vrouw mee. Door een kus, een aai op de arm, het oogcontact (wat bij mensen met dementie of een andere problematiek niet echt van vanzelfsprekend is), tranen,
een lach, enz...

Maar waarom kunnen we er niet voor zorgen dat de vrouw samen met haar man eens dagje op stap gaat? Waarom zou dit niet mogelijk zijn? Veel oudere mensen zeggen: 'Dat gaat niet, 't bestaat niet!'. Er zit veel waarheid in deze uitdrukking! Waarom zouden we samen er niet voor kunnen zorgen om de man en de vrouw nog 1 dag te laten genieten van een uitstapje zoals vroeger? 1 dag zoals vroeger... Dit moet kunnen!
Het spijtige in deze situatie is de tijd en de bezetting. In de zorgsector komen we steeds opnieuw bij hetzelfde probleem. De bezetting is niet optimaal en de tijd is kostbaar. Toch hoop ik dat deze mensen in de toekomst nog 1 dagje kunnen genieten van een uitstap met elkaar.

Mensen staan er soms niet bij stil, maar als dit de enige wens is van een echtgeno(o)t(e) is dit echt niet veel en vind ik dat we dit moeten erkennen, maar ook herkennen (uit de gesprekken). We moeten er alles doen om dit mogelijk te maken.

De 'make a wish' voor de familieleden van een bewoner in een woon- en zorgcentrum is misschien een idee? Ik ben alvast voorstander!

Wanneer je ideeën hebt voor dit concept mogen jullie deze steeds posten in een reactie onderaan het blogbericht of verzenden naar info@dewelzijnswerker.be

Groetjes,

De Welzijnswerker

woensdag 10 juni 2015

Betuttelen en verkleinwoordjes

Dag beste bloglezers!

Op deze zonnige dag heb ik een nieuw verhaal voor jullie.

"Mariaken eet u bokes op alstublieft.
Aah jefken, ga je in u bedje kruipen?
..."

Herken je deze manier van spreken? Ik alleszins wel. We hebben de gewoonte om mensen met dementie of een beperking betuttelend aan te spreken. We gebruiken verkleinwoorden, spreken soms op een kinderachtige toon, ...
Toch zijn er mensen die dit niet willen. Het zijn mensen die al een heel leven achter de rug hebben.
Ze hebben levenservaring en horen bij de groep van senioren. Sommige van deze senioren hebben dementie, maar is dit een reden om ze ineens aan te spreken alsof ze een kind zijn? Moeten we personen met dementie aanspreken met medelijden? Het antwoord is neen. Personen met dementie, alsook personen met een beperking, zijn gewone mensen, met een gewoon leven, die als gewone mensen willen behandeld worden. Ik betrap mezelf ook soms dat ik een verkleinwoord gebruik. Op zich is hier niets mis mee, maar toch probeer ik er elke dag op te letten dat ik geen, of een beperkt aantal, verkleinwoorden gebruik bij mijn bewoners.
Wanneer de bewoner al jaren wordt aangesproken als bijvoorbeeld: Jefken, is hier niets mis mee. Het wordt pas een probleem wanneer een fiere, pronte vrouw die Jeanne heet, ineens Jeanneken wordt die haar boterhammetjes moet opeten. De fierheid van de bewoner wordt zo teniet gedaan. Ook heeft de familie het hier soms moeilijk mee, maar durven ze het niet te zeggen. Door het betuttelen krijgt de familie nog meer het gevoel dat ze hun familielid aan het verliezen zijn. Dit kan niet de bedoeling zijn.


Zo ken ik een persoon met een fysieke beperking. Hij heeft een spierziekte, kan moeilijk spreken en maakt onwillekeurige bewegingen. De mensen betuttelen hem en spreken hem aan net alsof hij een klein kind is, zei hij me eens. Toch heeft deze persoon een universitair diploma behaald. Hij kan hier moeilijk mee overweg, omdat hij denkt dat mensen hem aanzien als iemand met beperkte verstandelijke vermogens. Dit is een perfect voorbeeld om verder te kijken dan je neus lang is en niet te snel beginnen te betuttelen of verkleinwoorden te gebruiken.
De kwaliteit van leven van de bewoner wordt geraakt op het emotioneel welbevinden, namelijk het zelfbeeld van de bewoner. Ook de sociale inclusie en de status van de bewoner
kan hier in vraag gesteld worden. Bij al mijn verhalen die ik al schreef, heeft kwaliteit van leven de belangrijkste rol.
Denk daarom bij je communicatie met je bewoner steeds na over de manier waarop je iets zegt. Ken je bewoner en informeer je over zijn/haar leven. De hetero-anamnese (De voorgeschiedenis van de bewoner) is hier van cruciaal belang om op een juiste manier om te gaan met de desbetreffende persoon. Levensverhaalmappen kunnen ook een ondersteuning zijn.

Een verkleinwoordje mag, maar wees zuinig en overdrijf zeker niet!

Groet'jes',
De Welzijnswerker

dinsdag 9 juni 2015

Update: www.dewelzijnswerker.be

Hallo iedereen!

Vanaf vandaag is "www.dewelzijnswerker.be" geboren.
Vanwege het grote bezoekersaantal op mijn blog heb ik besloten om mijn site een domeinnaam te geven.
Mijn blog is zo makkelijker terug te vinden en kan ook makkelijker gedeeld worden.
Danku dat jullie mijn blog bezoeken en ik hoop dat jullie de weg richting mijn blog blijven vinden en af en toe een reactie achterlaten.
Jullie kunnen mij nu ook steeds contacteren via het mailadres: info@dewelzijnswerker.be




Grote zorg- groot geluk
Een blog van een begeleider in een Vlaams Woon -en zorgcentrum


Groetjes,
De Welzijnswerker

maandag 1 juni 2015

Rubriek: Een moeilijke vraag: Mag ik naar huis?

Hallo iedereen!

Ik heb een weekje in Tenerife vertoefd. De batterijen zijn opgeladen en ik ben er weer met een gloednieuw verhaal.

Ik start vandaag met een nieuwe rubriek: "Een moeilijke vraag".
We hebben dagelijks te maken met een moeilijke vraag. Ik zal dus regelmatig dit onderwerp aan bod laten komen.
De moeilijke vraag van vandaag is: "Mag ik naar huis"?

"Mag ik naar huis"? "Wanneer mag ik naar huis"? "Doe jij me naar huis"? ...
Het zijn vragen die bewoners aan jou als begeleider stellen met maar 1 doel: naar huis gaan.

Bewoners met dementie vergeten veel, maar hun thuis meestal niet. Bij een opname in een woon -en zorgcentrum zit de bewoner in een aanpassingsperiode. De nieuwe omgeving voor de bewoner is meestal een bedreiging. De familie neemt afscheid, allemaal vreemden rondom jou, een bed dat eigenlijk niet van jou is, ... Dan komt de vraag: "Mag ik naar huis", al snel.



Voor mij is dit persoonlijk de moeilijkste vraag die een bewoner aan mij kan stellen. Ik kan eerlijk zijn en zeggen dat de bewoner vanaf nu in het woon -en zorgcentrum woont. Dan krijg ik meestal een antwoord als: "Ik woon hier niet, ik ga/wil naar huis"!
Ik kan het ook anders aanpakken door te zeggen dat de bewoner eerst nog bij ons iets mag eten.
Ik kan ook de familie van de bewoner erbij betrekken door te zeggen dat zijn/haar familie hem/haar eens zal komen ophalen. Meteen daarop komt de vraag: "Wanneer"? Wat al een even moeilijke vraag is.
Ik kan natuurlijk ook liegen (om bestwil) door te zeggen dat hij/zij straks naar huis mag gaan, hopend dat de bewoner het daarna vergeet. Dit vind ik persoonlijk de minst goeie methode.
Meestal probeer ik de bewoner af te leiden door over een ander onderwerp te beginnen praten zoals: "Heb je vannacht goed geslapen"? "Heb je zin in een tas koffie? Kom we gaan samen een tas drinken". "Wat doe jij zoal graag in je vrije tijd"? Enzovoort...

Er zijn verschillende antwoorden mogelijk, maar wat is het beste? Ik denk dat je dit moet bekijken van persoon tot persoon. Het is wat hen geruststelt; de waarheid, een leugen om bestwil, afleiding, ...
waarvoor je moet kiezen. Hoe weet je wat het beste is voor een bewoner? Dat leer je door ervaring. Elke bewoner is een uniek individu met een unieke aanpak. Ook jij als begeleider bent uniek en kiest om persoonlijke redenen voor een welbepaalde techniek. Toch is het belangrijk dat je dit bespreekbaar maakt in het team om samen te groeien naar de perfectie.

Wat is jullie ervaring hiermee? Laat gerust reacties achter onderaan dit blogbericht!

Groetjes en een goeie werkweek,

De Welzijnswerker

donderdag 21 mei 2015

TIP 2: Muziek tijdens de maaltijden

Het maaltijdgebeuren is een gebeurtenis die rust vraagt. Sommige begeleiders die 's morgens opstaan, zetten de radio al wat luider om wakker te worden. Dit is niet bij iedereen een dagelijkse gewoonte en bij personen met dementie is dit ook niet aangewezen. Jij, als begeleider, kan misschien wel genieten van de ochtendshows op de radio, maar in de eerste plaats dien je te denken aan jouw bewoners. Kies bij het ontbijt voor herkenbare, maar rustige muziek. Creëer voor de bewoners een rustige sfeer met muziek uit hun tijd. Wanneer je geen liedjes uit de oude doos ter beschikking hebt, kies dan voor relaxatiemuziek. Heb je beide niet ter beschikking, laat de radio dan liever uit in plaats van commerciële muziek te spelen. (De tv van 's morgens aanzetten is al helemaal not done)

Wanneer het ontbijtgebeuren afgelopen is, laat de muziek dan opstaan voor de bewoners in de leefruimte en dit tot na het soepgebeuren (als die er is in de instelling).

Het middagmaal is normaal gezien het drukste moment van de dag. Bij het opdienen van het warm eten, vergt dit ook meer concentratie en zelfstandigheid van de bewoners. Zet de muziek tijdens het middagmaal daarom helemaal uit. Zo kan de bewoner optimaal genieten en zich concentreren op zijn eten zonder afgeleid te worden door de muziek.

Na het middagmaal kan je de bewoners even laten rusten en kan de tv eventueel aan om naar het nieuws te kijken. In de namiddag mag er gerust al wat sfeer gemaakt worden en mag de muziek een beetje luider staan, maar hou ook hier rekening met de bewoners: Wanneer je als begeleider merkt dat de mensen zeer onrustig worden van een bepaald muziekgenre, schakel dan over op iets anders.

Voor het avondmaal gelden dezelfde tips als bij het ontbijtgebeuren.

Groetjes,
De Welzijnswerker


dinsdag 19 mei 2015

Een goeiedag maakt de dag

Hallo iedereen!

Hoe gaat het met jullie? Ik hoop dat jullie de week goed gestart zijn?!
Dinsdag dus tijd voor een nieuw verhaal...

Hebben jullie het gevoel dat ik jullie betrek bij deze blogberichten?
Ja? Is het omdat jullie zich in de verhalen herkennen? Of ligt het aan het feit dat ik jullie begroet en vraag hoe het met jullie gaat? Inderdaad, een goeiedag maakt de dag. Ook voor jouw bewoners!
Ikzelf zal steeds elke morgen alle bewoners begroeten...

Goeiemorgen! Hoe ist? Goed geslapen? Hoe was je weekend? Gaat het al wat beter? Enzovoort...
Met deze woorden beginnen zowel jij als de bewoner hun dag met een positieve noot. De bewoner voelt dat je om hem/haar geeft en jij weet hoe de bewoner zich die dag voelt. Het is iets eenvoudig, maar misschien niet echt de gewoonte voor iedereen. Jij gaat naar je werk. Misschien heb je helemaal geen zin om te gaan werken, Misschien heb je zelf een slechte nacht gehad, ...maar voor de bewoner is jouw werk zijn thuis. Een thuis waar ze opstaan en jou als begeleider als eerste zien. Het is iets wat spontaan moet gebeuren elke dag opnieuw.



Wanneer ik 's morgens een bewoonster ga wekken begroet ik haar met: "Goeiemorgen, goed geslapen?" en trek ik een knipoog met een brede glimlach. De bewoonster antwoordt vaak: "Dag meneer! Zo vroeg en al met de lach" en dan begint zij ook te lachen. Die lach van de bewoonster mogen ontvangen doet mij als mens ook goed. Het goed gevoel dat ik krijg door haar begroeting en lach doen mij nog bewuster erop letten dat ik iedereen even enthousiast begroet. Geluk zit in de kleine dingen... Geluk is dus ook een goeiedag en een glimlach.

Zo las ik op het internet een toepasselijk gedicht:
Die glimlach
Die ene glimlach
Die kan zo veel zeggen
Die kleine glimlach
Kan wonderen doen

Als de mensen
nou maar vaak glimlachten
Wat zou de wereld
er dan mooier uitzien

Die ene glimlach die je schenkt
die krijg je terug
die straalt terug
naar jou gezicht

Dus schenk een glimlach
aan een ander
dan krijg je de glimlach
zeker terug

Je dag wordt dan mooier
met een glimlach voor jou
Glimlach ook
zoveel je kan

Het kan een ander
veel steun geven
omdat er die dag
iemand heeft geglimlacht
(Bron: http://www.1001gedichten.nl/gedichten/44789/die_glimlach/)

Begeleiders, denk even na als je op je 'werk' komt, want je betreedt het huis van iemand anders. Schenk een begroeting en een glimlach aan de ander, dan krijg je die zeker terug!

Nog een fijne avond!

Groetjes,
De Welzijnswerker

dinsdag 12 mei 2015

Krijgt de zorg- en welzijnssector klappen?

Dinsdag, dus tijd voor een nieuw blogbericht!

Maandag las ik een artikel in 'Het Laatste Nieuws' dat de zorg- en welzijnssector vaak af te rekenen heeft met agressie.
'Een kwart van de zorgwerkers krijgt klappen'
In het artikel stond te lezen dat 1 op 2 zorgwerkers vreest dat hij zijn pensioen niet haalt en
1 op 6 personen denkt aan een andere job.

Mijn eerste gedachte was: "dan komt de zorg- en welzijnssector in de krant, maar toch terug
met een negatief kantje". Een artikel van een bladzijde lang waar de 'feiten' van geweld op een rijtje worden gezet, nodigt jongeren of volwassenen die nadenken over een carrieswitch niet bepaald uit verder te gaan in deze sector. Want... wat als 1 op 6 werknemers al denkt aan een andere job, te wijten aan agressie, om nog maar te zwijgen van de artikels rond werkdruk.

Het is volgens mij een negatieve vicieuze cirkel waar de zorg- en welzijnssector zich in bevindt.
Artikels van werkdruk, agressie, stakingen rond de pensioenleeftijd, ontslagen, ...
Wanneer komt de welzijnssector eens positief in het nieuws? Wanneer worden mensen warm gemaakt voor de sector? Waarom altijd maar de nadruk leggen op wat minder gaat? Je kan beter eens spreken over hoe mooi de job in de zorg- en welzijnssector wel is. De "goeiemorgen" van een bewoner, "dank u" dat je mij helpt", de glimlach van familie, ... Er zijn 1001 zaken die de welzijnssector zo mooi maken. De voldoening die je van je werk krijgt. Een dossier of computer zegt geen "dank u", gooit geen knipoog of glimlach naar jou toe, waarmee ik niet wil zeggen dat een administratieve job niet mooi kan zijn. De nadruk ligt gewoon ergens anders. Wat ik wil zeggen is dat de welzijnssector in een soort negatieve spiraal is verzeild geraakt.



Om nog even terug te komen op agressie in de welzijnssector is het inderdaad een feit dat we meer in contact komen met geweld, wat ook normaal is, want we werken met mensen.. Mensen met problemen, mensen met dementie, mensen met een beperking, mensen in een uitzichtloze situatie, ...
Zie je een verband? Inderdaad de zorg- en welzijnssector gaat vaak over problemen van mensen. Leidt dit sowieso tot geweld? Neen! Het is vaak de manier van hoe je met probleemgedrag omgaat dat bepaalt of er geweld bij komt of niet. Er zijn veel mensen die zich mondeling niet goed kunnen uitdrukken. De persoon wil iets duidelijk maken, maar kan niet. Emoties beginnen te werken en lopen soms hoog op. Deze emoties monden bij sommige personen uit in agressie. Daarom is een belangrijke vraag bij agressie: "Wat wil deze persoon zeggen dat hij in woorden niet kan uitdrukken?" Een heel belangrijke vraag waar we soms niet aan denken. Agressie komt nooit zo maar...ook niet bij jou en mij.

Nu zullen sommige mensen zeggen, er bestaat ook 'zinloos geweld'. Geweld is altijd zinloos. Jongeren die geweld plegen uit verveling heeft ook een betekenis, namelijk de verveling zelf. Zoek naar oplossingen zodat jongeren zich niet meer vervelen en ook het geweld doen stoppen. Laat ze zich op iets concentreren zodat ze zich niet meer vervelen.

Zo is dit ook bij bewoners in instellingen: Wat wil deze persoon zeggen dat hij in woorden niet kan uitdrukken? Zoek naar oorzaken en oplossingen en veel geweld kan voorkomen worden.

Ondanks zoeken naar oorzaken komt het natuurlijk heel vaak voor dat agressie blijft. De cijfers spreken voor zich en de druk is hoog. Toch is het de kunst om te vergeven en steeds met een nieuwe lei te starten. De persoon steeds te accepteren hoe hij/zij is en elke dag, elk uur, elke minuut een nieuwe start te nemen. Ga je de dans aan van de relatie of het gevecht?

Hopelijk kunnen jullie elke dag opnieuw met een ruime blik het gedrag van jouw bewoner observeren en vertalen.
Wees niet bevreesd voor de negatieve spiraal, want onze job is uniek!


Groetjes,

De Welzijnswerker

donderdag 7 mei 2015

Een luisterend oor voor familie

Hallo iedereen

Ik ben een tijdje ziek geweest en daarom 2 dagen later dan anders met een gloednieuw verhaal van de Welzijnswerker!

Familie is nog steeds de belangrijkste factor in het leven van je bewoners. Zij zijn ook jouw partner in de zorg.
Het eerste contact met de familie, bijvoorbeeld tijdens het intakegesprek, is steeds van groot belang.
Meestal heeft de familie er alles aan gedaan om zijn of haar familielid zo lang mogelijk zelf te verzorgen thuis. Wanneer de zorg te zwaar wordt, is de volgende stap dat de persoon opgenomen wordt in een woon -en zorgcentrum.
Ik heb al veel families gekend die tijdens de dag van opname in tranen uitbarsten en zich schuldig voelen voor het feit dat zij de zorg niet meer aankunnen. Wanneer de bewoner zelf de familie nog eens een extra schuldgevoel geeft is het hek helemaal van de dam.
Ook bij bewoners die al ernstig ziek zijn of bewoners waarbij hun gezondheid zienderogen achteruit gaat heeft de familie het heel moeilijk.
Ze kunnen bij elkaar terecht, maar toch ben jij als begeleider het aanspreekpunt voor een goed gesprek.
Soms is luisteren al heel veel. Een luisterend oor hebben voor de familie. De zaken waar zij het moeilijk mee hebben erkennen en emphathie tonen voor datgene dat emoties oproept bij het familielid.
Wanneer ik een moeilijk gesprek voer, vind ik het belangrijk dat ik de personen steeds recht in de ogen kijk en het gesprek voer op een rustige plek. Dit geeft vertrouwen.
Het zijn de kleine zaken die het doen tijdens zo'n gesprek. Een schouderklopje of even lichamelijk contact maken (wanneer je voelt dat dit kan) kan een gevoel van nabijheid geven. Is het nu een schouderklopje, een knipoog, ja-knikken, oogcontact maken, gewoonweg tijd maken voor de familie, ... het zijn de zaken die de familie geruststellen, zodat ze met een gerust gemoed terug naar huis kunnen gaan.
Een palliatief gesprek komt later aan nog aan bod.



Wanneer de familie vragen heeft waar jijzelf geen antwoord op kent, zeg dan niet dat je het niet weet, maar herhaal de vraag en geef mee dat je er zo snel mogelijk een antwoord zal weten op te formuleren of stuur het familielid door naar een collega die het antwoord wel weet. Het is ook beter dat je binnen je eigen functiegebied blijft. Wanneer er medische vragen zijn, haal je er best een (hoofd)verpleegkundige bij bijvoorbeeld. Zo zal de familie na een tijdje de vragen kunnen stellen aan de juiste persoon, maar is dit niet zo, wees dan altijd bereid om het gesprek met de familie aan te gaan en deze zo goed mogelijk te helpen.

Op het einde van een gesprek geef ik altijd nog mee dat ze mij en mijn collega's steeds mogen aanspreken over eender welk onderwerp. Wij als begeleiders zijn er voor de bewoners, maar evengoed voor de familieleden.

Wordt vervolgd... "Familie als partner in de zorg"

Groetjes,

De Welzijnswerker

donderdag 30 april 2015

De tovertafel: geniaal?

Bij mijn zoektocht op het internet ben ik op een leuk project terecht gekomen.
De Tovertafel!
Het is een interactief snufje dat de passiviteit van personen met dementie doorbreekt.

Hoe? Je hebt een aantal projecties die je als het ware kan aanraken. Het is inderdaad zo dat bewoners veelal passief aan tafel of in de zetel zitten en soms geen contact maken met elkaar.
Het probleem is dat er niet genoeg personeel is om de bewoners een hele dag 'bezig' te houden, maar door deze fantastische uitvindingen is dit dus wel mogelijk. Natuurlijk zijn er ook kanttekeningen, namelijk geld...
Er is niet genoeg geld voor extra personeel, maar of we dan beter hier in investeren in plaats van ons best te doen on een werkkracht aan te nemen? Ikzelf denk nog steeds dat er andere manieren zijn om bewoners maximale begeleiding te geven.

Zo bestaat er namelijk woonkamerwerking. Een mooi project waar ook ikzelf mee bezig ben. Ik zal hierover in de toekomst meer uitleg geven.
De Tovertafel op zich vind ik toch wel geweldig. Ik ben een voorstander van 24uur snoezelen en dit past daar perfect bij. Mits kleine aanpassingen kan je dit project ook in jouw voorziening integreren. Hoe je dat doet zal je ook de komende weken kunnen lezen op mijn blog!



Groetjes,
De Welzijnswerker


dinsdag 28 april 2015

Redenen voor het bakken van een eitje

Iedereen heeft wel iets dat hij graag eet. Bij de ene persoon is dit een lekker slaatje, bij de andere persoon is dit een echt Belgisch pakje friet.
Ik kan bijvoorbeeld echt genieten van een lekker pakje friet van de frituur, maar evengoed van een boterham met choco.
Iedereen heeft zijn voorkeuren en zijn gewoontes.
Wanneer je in een woon- en zorgcentrum of voorziening terechtkomt moet men meestal eten wat de pot schaft. Natuurlijk is dit niet altijd zo.
In de meeste WZC's en voorzieningen kan je je voorkeuren oplijsten en zal men hier rekening mee houden, toch kan je niet zeggen: "Ik heb vandaag zin om witloof te eten", wanneer er enkel
asperges en wortelen op de menu's staan. Dit zijn situaties waar je niet voor kiest en die je als bewoner maar moet accepteren en genieten van de gerechten die op de dagmenu staan.
Toch is niet alles onmogelijk. Ik zeg niet dat elke voorziening een á la carte menu moeten voorzien, want dit is nooit haalbaar. Desondanks kunnen begeleiders in samenwerking met de keuken en koks het verschil maken.


Zo vroeg een bewoonster al een tijdje achter een gebakken eitje. De eerste keer had ik dit ei niet voorhanden en het was ook nog eens namiddag dus de tijd had ik er ook niet voor.
Daar heb je het weer tijd... Ik betrap me bij het schrijven van dit blogbericht terug op het gebruiken van tijd als excuus. Tijd moet je vrijmaken en dat dacht ik ook wanneer ik 's avonds thuiskwam en reflecteerde over deze situatie.
We hebben inderdaad te weinig personeel om echt tijd te kunnen vrijmaken voor de bewoners, maar als ergotherapeut heb je in een WZC een soort luxerol. Je kan al eens tijd vrijmaken voor de bewoner, ook al kan het niet.
De daaropvolgende dag vroeg de bewoonster terug om een gebakken eitje. Ik antwoordde de bewoonster dat ik er voor zou zorgen! Ik belde de keuken op en vroeg of er nog eieren waren.
Gelukkig waren er nog 2 eieren over die ik kon meenemen. Ik nam de bewoonster bij mij in de keuken en nam een bord en bestek. Ik liet haar rustig plaatsnemen en begon in het bijzijn van de bewoonster de eieren te breken, peper, zout en klutsen maar. Ondertussen was de boter aan het smelten en goot ik de eitjes op de pan. Op de bewoonster haar gezicht verscheen een glimlach. Ze snuifde de geur van de eitjes op terwijl deze aan het bakken waren. Heerlijk was dat om de bewoonster te zien genieten van iets dat ze al heel lang wou, maar zolang nog niet gekregen had.
Toen de eieren gebakken waren smulde de bewoonster ervan. Achteraf zei de bewoonster mij:"Dit was al heel lang geleden. Bedankt!"
Deze woorden zullen me steeds bijblijven. De dankbaarheid om een eitje... De dankbaarheid voor iets wat de bewoonster vroeger zelf kon doen, maar nu niet meer... De dankbaarheid voor de kleine dinges des levens...
De dankbaarheid om 'tijd' vrij te maken en het leven zo 'normaal' mogelijk te maken voor haar... De oprechte dankbaarheid...

Dit is terug een klein verhaal, maar met een grote en betekenisvolle levensles. "Maak tijd voor het normale leven".
Normalisatie zoveel het kan, zolang het kan!

Ik hoop dat jullie bij het bakken van jullie volgende eitje eens terugdenken aan dit verhaal en wanneer deze vraag simpele vraag van een bewoner aan jou wordt gesteld, je er alles zal aan doen om die kleine, maar voor de bewoner o zo betekenisvolle wens, te laten uitkomen.

Groetjes,
De Welzijnswerker

donderdag 23 april 2015

TIP 1: Aankleden

Zorg dat je, bij het aankleden van zorgbehoevende mensen, steeds zegt welke handeling je gaat doen.
Bij het aantrekken van de kousen bijvoorbeeld is het belangrijk dat je specifiek tegen de persoon zegt dat je zijn/haar kousen gaat aantrekken, maar al even belangrijk is dat je even over de hele voet wrijft met je hand terwijl je deze boodschap uitspreekt. Zo weet de persoon dat er een handeling volgt aan de voet en zal deze niet of minder snel schrikken van het contact.
Deze tip is ook van toepassing bij het aantrekken van andere kledij zoals een pull (over armen wrijven), broek (over benen wrijven), enzovoort...

Groetjes,
De Welzijnswerker

Foto ANP / Roos Koole

dinsdag 21 april 2015

Is er een reden van dit goed gevoel?

Wanneer een bewoner eens geen zin heeft om te eten denken we, och ik heb ook soms geen honger.
Wanneer een bewoner 2 dagen niet wil eten denken we dat hij/zij misschien wat ziek aan het worden is.
Wanneer een bewoner 3 dagen niet wil eten zijn geven we soms een te felle reactie, omdat de bewoner MOET eten.
Als dag 4 aanbreekt en de bewoner doet zijn/haar mond niet meer open, ondanks dat jij zo je best doet om de bewoner te overtuigen dat hij/zij moet eten om gezond te blijven...
Vanaf die dag begint een maaltijdbegeleiding voor de meeste begeleiders een andere betekenis te krijgen. Voor de ene begeleider is het elke keer opnieuw een gevecht om de bewoner kost wat kost toch wat te eten te geven. Voor een andere begeleider wordt de angst in zich aangewakkerd en ziet men de dood al voor ogen. Nog een andere begeleider denkt aan de tijd en doet niet veel moeite om de persoon toch iets te laten eten, wat hopelijk de uitzondering is.
En dan heb je een begeleider zoals ikzelf... Je bent nog steeds die begeleider die het beste voorheeft met de bewoner, maar nu de situatie verandert, wordt het contact, het soms minimale contact met de bewoner heel belangrijk. Het contact en het moment van de maaltijd wordt als het ware veel intenser dan gewoonlijk. De betekenis van de 1 op 1 relatie die men al had opgebouwd wordt nu uitgedaagd om vol te houden. Instinctief is een mens erop gebrand om iemand in leven te houden, ook ik. Ik ben toch o zo gelukkig wanneer de bewoner zijn mond nog eens open doet om een hapje te eten, ook al weet je dat dit misschien de laatste hap kan zijn van deze persoon. Juist dit maakt het voor mij zo uniek dat de bewoner misschien wel een 'laatste' keer zijn mond opent...


Zo gaf ik maaltijdbegeleiding aan een bewoner die al 2 weken niets meer at. Ik maakte tijd vrij om mij te engageren om juist die persoon, die niets meer at, toch nog iets te laten eten of drinken. Ik praatte veel met de bewoner en soms kwam er nog een een ja of neen terug. Dat moment dat ik een schepje yoghurt naar de mond van de bewoner bracht en deze haar mond opendeed en de yoghurt opat... Dat moment gaf me zo een gelukkig gevoel, gewoonweg niet te beschrijven. Hoe 1 schepje yoghurt zoveel emoties bij een mens kan teweegbrengen.
Is er dan een reden waarom deze situatie me zo een goed gevoel gaf? Ik denk het wel: Ik was tevreden omdat ik mezelf kon geruststellen dat ik er alles aan deed om de situatie en tevens ook de gezondheid van de bewoner te verbeteren, maar ik denk dat het ook eerder een soort van afscheid was. Nog 1 schepje yoghurt opeten en dan rustig heengaan. De bewoner voelde dat het goed was, maar ook ik voelde dat het goed was. Een week later is de bewoner overleden. Niets meer gegeten of gedronken en ook geen ja of neen meer, maar het afscheid was al genomen, bij dat laatste schepje yoghurt.
Ik kan deze situatie samenvatten als: niets forceren, maar blijven proberen!
En het het gelukzalig gevoel van nog 1 schepje yoghurt stelt zowel de bewoner als begeleider gerust. Nog 1 keer van de relatie tussen jullie beiden kunnen proeven, dat is waarover dit verhaal gaat.

Groetjes,
De Welzijnswerker