woensdag 24 juni 2015

Artikel: Rusthuis meest stresserende werkplek voor welzijnswerkers

Foto: Bart Dewaele
"Van alle werknemers in de gezondheids--- en welzijnssector klagen zij die in rusthuizen werken het meest. Ze hebben het meest te lijden onder stress en voelen zich zwaarst fysiek en emotioneel belast. ‘Zeer begrijpelijk. Er is soms te weinig gespecialiseerd personeel in de rusthuizen’, zegt Mathieu Martens van Okra-Zorgrecht"

Volledig artikel: Klik hier

Ik ervaar uiteraard stress op het werk, maar toch ga ik elke dag vol nieuwe energie richting werk. Wanneer ik moe ben haal ik telkens terug energie uit de liefde van mijn bewoners en uit de voldoening die ik krijg wanneer ik, die dag, iets moois heb kunnen verrichten in het leven van een persoon.
Het werken in een woon-zorgcentra brengt stress met zich mee door het gebrek aan personeel, maar het geeft ook energie om er elke dag terug te staan!

Geef jullie mening! Vinden jullie het Woon- en zorgcentra de meest stresserende werkplek?

Reacties ontvang ik graag onderaan het blogbericht!

Alvast bedankt om deze discussie aan te gaan!

Groetjes,
De Welzijnswerker

dinsdag 23 juni 2015

Activeer en erken !

Hallo iedereen!

Bij personen met dementie of personen met een beperking is het zelfbeeld heel belangrijk. Bij de kwaliteit van leven staat zelfbeeld onder de noemer van emotioneel welbevinden. Het emotioneel welbevinden omvat verschillende zaken zoals tevredenheid, geen stress, veiligheid en dus ook zelfbeeld.
Personen met een beperking (ik reken daar ook personen met dementie bij) hebben minder mogelijkheden om iets correct uit te voeren. Hetzij een beperkt verstandelijk vermogen of een beperkt fysiek vermogen.
Vele mensen met een beperking verliezen dan ook hun zelfvertrouwen omdat niet alles perfect lukt. Personen die vroeger over al hun vermogens beschikten en deze door hun ziekte stilaan afnemen hebben het erg moeilijk met hun situatie. Ze beseffen dat hun mogelijkheden afnemen en ervaren dit bewust. Door het afnemen van het zelfbeeld/zelfvertrouwen wordt er ook angst gecreëerd bij de persoon. Dit kan ervoor zorgen dat mensen op een snel tempo passief worden omdat ze denken dat ze totaal niets meer kunnen. Dit moet jij als begeleider voorkomen!




Zorg ervoor dat personen/bewoners actief blijven en geactiveerd worden, maar nog belangrijker erken wat ze goed doen! "Heel goed!, Goed gedaan! Zie je wel, je kan het!, wow, proficiat!, ..."
Passiviteit van personen voorkom je door alledaagse handelingen door de persoon zelf te laten uitvoeren. Laat personen zelf hun vlees, boterham, ... snijden en bied hulp aan waar nodig maar erken wat goed ging. Laat personen niet meteen plaatsnemen in een rolstoel maar neem je tijd om de transfer te voet te doen, mogelijk met hulp van een rollator, wandelstok, ... (kortom een hulpmiddel). Zo voorkom je dat mensen immobiel worden. Volledig afhangen van iemand anders om ergens naartoe te gaan doet zeker geen goed aan het zelfvertrouwen en zelfbeeld.
ADL (Algemene dagelijkse levensverrichtingen) wordt gebruikt om te bepalen in hoeverre iemand zelfredzaam is. ADL is heel belangrijk in het leven van zorgbehoevende personen. Eten, drinken, zinvolle activiteiten, bewegen, toiletbezoek, sociaal contact, ... het zijn allemaal zaken die bij het ADL-begrip horen. Motiveer de persoon om zelf iets te ondernemen. Zo zal de persoon actief blijven en ook een positiever zelfbeeld hebben van zichzelf.
Het zit zich in de kleine dingen. Ik, als begeleider, probeer steeds kleine zaken op te merken en dit ook te communiceren met de bewoner. Wanneer een bewoner zelf zijn kamerjas knoopt zeg ik: "heel goed!". Wanneer een bewoner mij helpt met de tafels af te ruimen/te kuisen zeg ik: "Dank u! Perfect!". Tijdens de gymnastiekoefeningen erken ik elke oefening van de bewoners. Na elke oefening geef ik aan dat het goed, perfect, fantastisch, ... was. Het zijn kleine woorden met veel betekenis voor de bewoners en hun zelfbeeld.

Activeer en erken! Wees de natuurlijke medicatie van jouw bewoners!

Wees dus als begeleider ook actief en keep up the good work! Je doet het goed! ;-)

Groetjes,
De Welzijnswerker

woensdag 17 juni 2015

1 dag zoals vroeger

Dag beste lezers!

Ik wil me even verontschuldigen voor het het feit dat ik een dagje later mijn nieuw verhaal post. Voortaan zal de streefdag voor een nieuw blogbericht 'woensdag' zijn.

Als begeleider in een woon -en zorgcentrum voer je veel gesprekken. Gesprekken kunnen over verschillende onderwerpen gaan. Er komen ook veel emoties bij te pas. In het verleden had ik een gesprek met de vrouw van een bewoner. De vrouw was erg emotioneel en ze had het moeilijk met
de situatie waarin haar man zich bevond. Het was een acute gebeurtenis die het leven van deze 2 vriendelijke mensen omgooide. Uit respect en door het beroepsgeheim vertel ik in dit verhaal niet wat deze gebeurtenis is.

De vrouw vertelde me dat ze haar man verloren had, ondanks dat hij nu nog in leven is. De vrouw weende en zocht steun bij mij. Ik luisterde vooral naar haar, terwijl ik haar gevoelens erkende. Wanneer je de situatie van een persoon nog niet eerder hebt meegemaakt kan je de gevoelens erkennen door te zeggen dat je meevoelt met de persoon. Je vertelt dat jijzelf zo'n situatie niet eerder hebt meegemaakt, maar dat je begrijpt dat het moeilijk moet zijn voor hem/haar. In dit geval zei ik dit ook tegen de vrouw.

Ze vertelde over hoe het vroeger was. De bewoner was een grote sterke man, die steeds bezig was met allerlei hobby's en werkjes. Nu is de man niet meer wie hij toen was. De man is nu een zorgafhankelijke persoon die geen zelfbepaling meer heeft. Uit het gesprek kon ik opmaken dat de vrouw het vooral moeilijk heeft met het feit dat ze geen echte gesprekken meer kan voeren en ze samen nergens meer naartoe kunnen rijden voor een dagje uit.



Dit deed me nadenken... De gesprekken die verbaal niet echt meer lukken, kan je oplossen door de non-verbale gesprekken gaf ik de vrouw mee. Door een kus, een aai op de arm, het oogcontact (wat bij mensen met dementie of een andere problematiek niet echt van vanzelfsprekend is), tranen,
een lach, enz...

Maar waarom kunnen we er niet voor zorgen dat de vrouw samen met haar man eens dagje op stap gaat? Waarom zou dit niet mogelijk zijn? Veel oudere mensen zeggen: 'Dat gaat niet, 't bestaat niet!'. Er zit veel waarheid in deze uitdrukking! Waarom zouden we samen er niet voor kunnen zorgen om de man en de vrouw nog 1 dag te laten genieten van een uitstapje zoals vroeger? 1 dag zoals vroeger... Dit moet kunnen!
Het spijtige in deze situatie is de tijd en de bezetting. In de zorgsector komen we steeds opnieuw bij hetzelfde probleem. De bezetting is niet optimaal en de tijd is kostbaar. Toch hoop ik dat deze mensen in de toekomst nog 1 dagje kunnen genieten van een uitstap met elkaar.

Mensen staan er soms niet bij stil, maar als dit de enige wens is van een echtgeno(o)t(e) is dit echt niet veel en vind ik dat we dit moeten erkennen, maar ook herkennen (uit de gesprekken). We moeten er alles doen om dit mogelijk te maken.

De 'make a wish' voor de familieleden van een bewoner in een woon- en zorgcentrum is misschien een idee? Ik ben alvast voorstander!

Wanneer je ideeën hebt voor dit concept mogen jullie deze steeds posten in een reactie onderaan het blogbericht of verzenden naar info@dewelzijnswerker.be

Groetjes,

De Welzijnswerker

woensdag 10 juni 2015

Betuttelen en verkleinwoordjes

Dag beste bloglezers!

Op deze zonnige dag heb ik een nieuw verhaal voor jullie.

"Mariaken eet u bokes op alstublieft.
Aah jefken, ga je in u bedje kruipen?
..."

Herken je deze manier van spreken? Ik alleszins wel. We hebben de gewoonte om mensen met dementie of een beperking betuttelend aan te spreken. We gebruiken verkleinwoorden, spreken soms op een kinderachtige toon, ...
Toch zijn er mensen die dit niet willen. Het zijn mensen die al een heel leven achter de rug hebben.
Ze hebben levenservaring en horen bij de groep van senioren. Sommige van deze senioren hebben dementie, maar is dit een reden om ze ineens aan te spreken alsof ze een kind zijn? Moeten we personen met dementie aanspreken met medelijden? Het antwoord is neen. Personen met dementie, alsook personen met een beperking, zijn gewone mensen, met een gewoon leven, die als gewone mensen willen behandeld worden. Ik betrap mezelf ook soms dat ik een verkleinwoord gebruik. Op zich is hier niets mis mee, maar toch probeer ik er elke dag op te letten dat ik geen, of een beperkt aantal, verkleinwoorden gebruik bij mijn bewoners.
Wanneer de bewoner al jaren wordt aangesproken als bijvoorbeeld: Jefken, is hier niets mis mee. Het wordt pas een probleem wanneer een fiere, pronte vrouw die Jeanne heet, ineens Jeanneken wordt die haar boterhammetjes moet opeten. De fierheid van de bewoner wordt zo teniet gedaan. Ook heeft de familie het hier soms moeilijk mee, maar durven ze het niet te zeggen. Door het betuttelen krijgt de familie nog meer het gevoel dat ze hun familielid aan het verliezen zijn. Dit kan niet de bedoeling zijn.


Zo ken ik een persoon met een fysieke beperking. Hij heeft een spierziekte, kan moeilijk spreken en maakt onwillekeurige bewegingen. De mensen betuttelen hem en spreken hem aan net alsof hij een klein kind is, zei hij me eens. Toch heeft deze persoon een universitair diploma behaald. Hij kan hier moeilijk mee overweg, omdat hij denkt dat mensen hem aanzien als iemand met beperkte verstandelijke vermogens. Dit is een perfect voorbeeld om verder te kijken dan je neus lang is en niet te snel beginnen te betuttelen of verkleinwoorden te gebruiken.
De kwaliteit van leven van de bewoner wordt geraakt op het emotioneel welbevinden, namelijk het zelfbeeld van de bewoner. Ook de sociale inclusie en de status van de bewoner
kan hier in vraag gesteld worden. Bij al mijn verhalen die ik al schreef, heeft kwaliteit van leven de belangrijkste rol.
Denk daarom bij je communicatie met je bewoner steeds na over de manier waarop je iets zegt. Ken je bewoner en informeer je over zijn/haar leven. De hetero-anamnese (De voorgeschiedenis van de bewoner) is hier van cruciaal belang om op een juiste manier om te gaan met de desbetreffende persoon. Levensverhaalmappen kunnen ook een ondersteuning zijn.

Een verkleinwoordje mag, maar wees zuinig en overdrijf zeker niet!

Groet'jes',
De Welzijnswerker

dinsdag 9 juni 2015

Update: www.dewelzijnswerker.be

Hallo iedereen!

Vanaf vandaag is "www.dewelzijnswerker.be" geboren.
Vanwege het grote bezoekersaantal op mijn blog heb ik besloten om mijn site een domeinnaam te geven.
Mijn blog is zo makkelijker terug te vinden en kan ook makkelijker gedeeld worden.
Danku dat jullie mijn blog bezoeken en ik hoop dat jullie de weg richting mijn blog blijven vinden en af en toe een reactie achterlaten.
Jullie kunnen mij nu ook steeds contacteren via het mailadres: info@dewelzijnswerker.be




Grote zorg- groot geluk
Een blog van een begeleider in een Vlaams Woon -en zorgcentrum


Groetjes,
De Welzijnswerker

maandag 1 juni 2015

Rubriek: Een moeilijke vraag: Mag ik naar huis?

Hallo iedereen!

Ik heb een weekje in Tenerife vertoefd. De batterijen zijn opgeladen en ik ben er weer met een gloednieuw verhaal.

Ik start vandaag met een nieuwe rubriek: "Een moeilijke vraag".
We hebben dagelijks te maken met een moeilijke vraag. Ik zal dus regelmatig dit onderwerp aan bod laten komen.
De moeilijke vraag van vandaag is: "Mag ik naar huis"?

"Mag ik naar huis"? "Wanneer mag ik naar huis"? "Doe jij me naar huis"? ...
Het zijn vragen die bewoners aan jou als begeleider stellen met maar 1 doel: naar huis gaan.

Bewoners met dementie vergeten veel, maar hun thuis meestal niet. Bij een opname in een woon -en zorgcentrum zit de bewoner in een aanpassingsperiode. De nieuwe omgeving voor de bewoner is meestal een bedreiging. De familie neemt afscheid, allemaal vreemden rondom jou, een bed dat eigenlijk niet van jou is, ... Dan komt de vraag: "Mag ik naar huis", al snel.



Voor mij is dit persoonlijk de moeilijkste vraag die een bewoner aan mij kan stellen. Ik kan eerlijk zijn en zeggen dat de bewoner vanaf nu in het woon -en zorgcentrum woont. Dan krijg ik meestal een antwoord als: "Ik woon hier niet, ik ga/wil naar huis"!
Ik kan het ook anders aanpakken door te zeggen dat de bewoner eerst nog bij ons iets mag eten.
Ik kan ook de familie van de bewoner erbij betrekken door te zeggen dat zijn/haar familie hem/haar eens zal komen ophalen. Meteen daarop komt de vraag: "Wanneer"? Wat al een even moeilijke vraag is.
Ik kan natuurlijk ook liegen (om bestwil) door te zeggen dat hij/zij straks naar huis mag gaan, hopend dat de bewoner het daarna vergeet. Dit vind ik persoonlijk de minst goeie methode.
Meestal probeer ik de bewoner af te leiden door over een ander onderwerp te beginnen praten zoals: "Heb je vannacht goed geslapen"? "Heb je zin in een tas koffie? Kom we gaan samen een tas drinken". "Wat doe jij zoal graag in je vrije tijd"? Enzovoort...

Er zijn verschillende antwoorden mogelijk, maar wat is het beste? Ik denk dat je dit moet bekijken van persoon tot persoon. Het is wat hen geruststelt; de waarheid, een leugen om bestwil, afleiding, ...
waarvoor je moet kiezen. Hoe weet je wat het beste is voor een bewoner? Dat leer je door ervaring. Elke bewoner is een uniek individu met een unieke aanpak. Ook jij als begeleider bent uniek en kiest om persoonlijke redenen voor een welbepaalde techniek. Toch is het belangrijk dat je dit bespreekbaar maakt in het team om samen te groeien naar de perfectie.

Wat is jullie ervaring hiermee? Laat gerust reacties achter onderaan dit blogbericht!

Groetjes en een goeie werkweek,

De Welzijnswerker